7 stappen die het makkelijker maken hulp te vragen en te ontvangen
Najaar 2012. Ik ben al een aantal weken ziek thuis. Flink overspannen, zegt de Arboarts. Mijn man is een week in het buitenland voor zijn werk. Het is herfstvakantie. Mijn drie kleine kinderen – waarvan de oudste autisme en ADHD heeft – zijn vrij van school. Het weer is pet. Veel regen. Buiten spelen zit er niet in. Ze vervelen zich. Maken veel ruzie. Ik kan het eigenlijk helemaal niet aan nu, in mijn eentje voor de kinderen zorgen. Maar ik vertik het om hulp te vragen. Nee joh, ik red me wel.
Het resultaat: ik slaap nauwelijks. Ik snauw tegen de kinderen. Ik voel me uitgeput. En aan het eind van de week kun je me opvegen.
Anderen hebben hulp nodig, ik niet!
Logisch. Het valt sowieso niet mee om drie kinderen bezig te houden tijdens een regenachtige herfstvakantie. Laat staan als je overspannen bent. En ook nog eens een kind hebt met gedragsproblemen.
Dan heb je hulp nodig van anderen. Maar die wilde ik niet te vragen. Want ik wilde anderen niet tot last zijn. Vond het moeilijk om toe te geven dat ik het niet alleen kon. En dacht stiekem dat anderen mijn hulp wél nodig hebben, maar dat ik zelf nooit hulp nodig heb. Arrogant hè?
Hulp vragen en teken van kracht
Inmiddels ben ik door schade en schande iets wijzer geworden. Heb ik geleerd om hulp te vragen én om hulp te accepteren. En zie ik ook wel in dat erkennen dat je het niet alleen kunt een teken van kracht is, niet van zwakte. Maar toch, ik blijf het lastig vinden. Herkenbaar? Hieronder zeven stappen die het makkelijker maken om hulp te vragen én te ontvangen
- Bedenk dat mensen het vaak fijn vinden om te kunnen helpen. Net zoals jij het fijn vindt om anderen te kunnen helpen.
- Breng je netwerk in kaart. Bedenk wie je kunt vragen om je te helpen. Wissel af en vraag niet steeds dezelfde mensen.
- Maak een overzicht van dingen waarmee iemand jou kan helpen. Bij welke dingen kun je hulp gebruiken? Bijvoorbeeld de administratie, kinderen opvangen, schoonmaken, het onderhoud van je huis.
- Splits taken op in kleine, specifieke delen. Dat maakt het makkelijker voor mensen om je te helpen. Bijvoorbeeld boodschappen doen, kinderen meenemen uit school, koken.
- Maak het de ander makkelijk om nee te zeggen. Bied een ontsnappingsroute aan waardoor de ander zich minder bezwaard voelt te weigeren. Bijvoorbeeld door te zeggen ‘als het niet lukt, geen probleem maar wil je me helpen met …’.
- Oefenen, oefenen, oefenen. Begin klein, vraag bijvoorbeeld of iemand je wil helpen een doos te tillen of de deur open te houden.
- Accepteer hulp. En last but not least: accepteer de hulp die je krijgt. Hulp is vaak wederkerig. Denk aan de keren dat je zelf iets voor een ander deed. Of dat je hetzelfde ook voor de ander zou doen.
