‘Mam’, zegt mijn 17 jarige zoon met autisme en ADHD, ‘volgende week donderdag is het een jaar geleden dat we hele erge ruzie hebben gehad.’
Na wat gegraaf in mijn geheugen herinner ik het me ook. De aanleiding was iets onbenulligs, iets met geknoeide verf op de grond. Ik reageerde geïrriteerd en mijn zoon werd Boos. Boos als vanouds, boos met een hoofdletter B. Inclusief schelden, met dingen gooien en (fysiek) dreigen.
Dat hij die datum heeft onthouden raakt me. Op allerlei manieren. Het raakt me omdat ik besef dat hij het dus ook heel erg vindt als het zo uit de hand loopt. Dat hij er heel hard aan werkt om zijn woede onder controle te houden. Dat hem dat zo goed lukt. En het raakt me omdat ik me plotseling realiseer wat voor een enorme ontwikkeling hij de afgelopen jaren heeft doorgemaakt. Van een nauwelijks te handhaven, driftig en boos jongetje is hij uitgegroeid tot een vrolijke, ondernemende en vooral hele lieve jongvolwassene.
Al een jaar geen ruzie. Terugkijkend zie ik hoeveel we bereikt hebben de afgelopen jaren. En dat maakt me trots en gelukkig.
Ik vraag hem welke periode nou het moeilijkst was. Mijn zoon is goed in data en jaartallen, dus hij roept gelijk: ‘2013 was het slechtste jaar, toen hadden we zoveel ruzie dat ik in de weekenden en vakanties naar het Leo Kannerhuis moest.’ Dat klopt, 2013 was een slecht jaar. Mijn zoon was continu overprikkeld en dat uitte zich in dagelijkse driftbuien waarbij hij de stoelen door de kamer smeet. Ik zat thuis met een burn-out, mijn man was herstellende van de zijne. We kónden niet meer, wij niet, onze zoon niet en onze andere twee kinderen ook niet. In 2013 bereikten we rock bottom.
Als iemand me toen had gezegd dat het een paar jaar later zou zijn zoals het nu is, had ik hem niet geloofd.
En dat is ook de reden dat ik deze blog schrijf. Niet om te laten zien hoe fantastisch het hier allemaal gaat, want bij tijd en wijle is het nog steeds moeilijk. En dat zal het ook blijven. Maar wel om je een hart onder de riem te steken, vooral als je het gevoel hebt dat zelf je rock bottom hebt bereikt. Om je te laten zien dat er hoop is. Ontwikkeling is mogelijk. Niet alleen ontwikkeling bij je kind maar ook ontwikkeling bij jou als ouder in hoe je met het autisme van je kind omgaat.
Hoe dan? Ik zou willen dat er een gouden formule bestond, een quick fix. Maar helaas, die bestaat niet. Of ik heb hem in ieder geval nog niet ontdekt. Ik kan wel een aantal dingen noemen die voor ons goed hebben gewerkt: medicatie, respijtzorg, speciaal onderwijs en individuele coaching voor onze zoon. En voor mij als moeder: meer rust en ruimte, minder werken en meer vrije tijd. Vooral zorgen dat mijn energieniveau op pijl blijft, zodat ik de zorg voor mijn zoon beter aan kan. Minder ‘oplossen’ en controleren, en tegelijkertijd meer loslaten, aanvaarden en vertrouwen. Hoe moeilijk dat soms ook is.
Wat voor ons werkt hoeft voor jou niet te werken en andersom. Je zult zelf ontdekken wat voor jou en jouw gezin werkt en wat niet. Dat is een proces en dat kost tijd en aandacht. En het gaat met horten en stoten en met vallen en opstaan.
Kun je daar wel wat hulp bij gebruiken, bij uitzoeken wat voor jou werkt? Neem dan contact met me op, dan verkennen we wat je nodig hebt en of ik degene ben die jou verder kan helpen.
P.S. Speciaal voor ouders van kinderen met gedragsproblemen heb ik een online programma gemaakt met videolessen, oefeningen en geleide meditaties. Je leert wat je kunt doen om spanning te verminderen, hoe je effectiever om kunt gaan met je emoties en hoe je rustig blijft in stressvolle situaties. Klik hier voor een gratis voorproefje.